Reisverhaal «HCM: Meet the artist»
Honderd dagen rijst (2013-2014)
|
Vietnam
|
6 Reacties
14 Februari 2014
-
Laatste Aanpassing 06 November 2015
"Wordt er een tentoonstelling geopend?", vraag ik lukraak aan een van de gasten in de galerij voor hedendaagse kunstenaars van het Museum van Schone Kunsten. Er heerst een gezellige drukte. Dat heb je als er iets te vieren valt. De drank die vloeit zal er ook wel voor iets tussen zitten. Op bordjes passeren voor de genodigden fresh springrolls en ander lekkers.
"Yes", antwoordt ze, "vijf artiesten stellen hun nieuwe werken voor. Vier Vietnamezen en een Amerikaan." De kunstwerken van die Amerikaan had ik al opgemerkt. Niet mijn favorieten. "Slechts een korte periode hangen ze hier, dus je hebt geluk", gaat ze verder. Ze praat vlot Engels.
"Ik hou het meest van deze schilderijen", zeg ik onschuldig. De grote kunstwerken zijn levensgrote portretten. Realistisch met een kwinkslag. Ze ogen modern Vietnamees. De blinkende lakverf geeft ze een existentiële diepte. De goudtinten maken ze wat kitsch. Het is ook frappant hoe ze voor het frame van het schilderij afgebeeld staan. Alsof ze uit het plaatje willen stappen en willen zeggen: "Ik ben vereeuwigd, maar ben er nog steeds."
Ze gniffelt en fluistert: "Die zijn van mijn vader." Ik moet opletten dat mijn mond niet openvalt. De genodigden op de opening zijn familie en vrienden van de kunstenaars. "Hij heeft zijn familie geschilderd", legt ze zijn concept uit. Ik zag eerder een kindje lopen waarvan ik dacht dat het verdacht veel op één van de portretten leek. Ik had het aan toeval toegeschreven. Alle Vietnamese kindjes lijken op elkaar.
"Hoe we er binnen een aantal jaren gaan uitzien. En met traditionele kledij aan", gaat ze verder. Ik kijk rond en zie in de hoek een schilderij hangen waar zij sterk op lijkt. Ik wijs. "Dat ben ik", bevestigt ze. "De kleding varieert, hoe ouder de personen hoe hoger." Ik bekijk ze nog eens één voor één en zie dat haar portret de diepste decolleté heeft. Op het kleedje van de peuter na.
"En wie is je vader?" Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Nguyên Thân lees ik van de bordjes.
"Hij heeft lang, grijs haar", zegt ze terwijl ze rondkijkt. Ze ziet hem niet meteen. Dan komt er een oudere man met het kleine meisje aan zijn hand aangewandeld, opgeslorpt door de aandacht voor zijn oogappel. Ik feliciteer hem met zijn tentoonstelling. Hij glundert. Ik denk niet dat hij veel Engels spreekt. Of hij is zoals zoveel kunstenaars te verlegen om rechtstreeks een compliment te krijgen. Terwijl in dit museum een plaats veroveren een veel grotere loftrompet is.
"Ze trekt altijd van die gekke bekken", legt ze verder uit. Het meisje is zijn kleindochter. Ze trokken haar vandaag hetzelfde jurkje aan. "Neem gerust iets om te eten en te drinken!" Daar zat ik op te wachten, maar er wordt al opgeruimd. Ik bedank en kijk nog een laatste keer naar de werken van Nguyên Thân.
Fotoalbums van locatie «Ho Chi Minh City»