Reisverhaal «Gevangen in het paradijs»

Zon, rijst en gelukskoekjes (2018-2019) | Thailand | 2 Reacties 03 April 2019 - Laatste Aanpassing 04 Januari 2020

Tweehonderd meter is de afstand van mijn verblijf tot het strand. Mijn favoriete restaurantjes Roy Tawan en Why Not Bar liggen maar een honderdtal meter verder. Op papier het ideale strandverblijf in Bang Saphan Yai. Ik heb een ruime kamer, in een tuin met palmbomen en bloeiende bougainvilleas, met zicht op het zwembad. En ik ben de enige gaste. Er was eens een tijd dat ik nog een echte rugzaktoerist was en logeerde in een hutje aan het strand voor zes euro, met een ventilator en een toilet dat ik met een emmer water moest doorspoelen. Nu hoef ik gelukkig niet in een zee vol gigantische kwallen om af te koelen. Het zwembad is verfrissend en helemaal voor mij alleen.

Elke keer een auto of brommertje passeert, hoor ik een hond agressief blaffen. Larry en Thongbai, de eigenaren van mijn paradijsje, stellen mij gerust. Hij ligt vastgebonden. Toch bonkt mijn hart in mijn keel. Het beest zit juist op de korte weg naar het strand. Ik bedenk het plan om met een toevallige passant mee te wandelen. Na een halfuur wachten neem ik de langere route. Niet dat daar geen honden lopen. Ze komen op mij af gelopen, maar blaffen niet. Als ik voorbij hun territorium ben, laten ze mij gerust. Met stevige tred en hoofd in de lucht stap ik door. Bij klaarlichte dag durf ik het nog aan. De meeste honden liggen dan ergens loom in de schaduw te slapen.

Thongbai fluistert als ze me het slechte nieuws vertelt. Ze moeten deze avond dringend naar het ziekenhuis in Hua Hin. Larry sukkelt met zijn hart. Ze twijfelt aan de medicatie die hij eerder kreeg. Zijn hart gaat er langzaam van kloppen. Thongbai kan haar ongerustheid niet maskeren, ook al houdt ze haar droeve blik naar beneden gericht. Ze excuseert zich dat ze geen ontbijt of lunch zal kunnen serveren. Ik verzeker haar dat ik voor mezelf kan zorgen. Samen met de hond Mary Jane blijf ik achter.

Ik volg het advies van Larry op en zoek een grote stok. Niet dat ik er een dreigende beweging mee durf te maken zoals hij mij adviseerde. Als een hond mij aanvalt, bijt hij misschien eerst in de stok vooraleer hij mijn been te pakken krijgt. Als er op de terugweg twee honden mij iets te enthousiast volgen, kijk ik strak voor me uit, knijp hard in de wandelstok en zing alsof ik er mijn leven kan mee redden: “Ah ha ha ha, staying alive, staying alive”. Ik kan er het geklop van mijn hart niet mee overstemmen. Ik adem diep in en uit als de honden het opgeven en rechtsomkeer maken. Als ik op de aardeweg de laatste meters naar de tuin inzet, heeft een agressief blaffende hond het op mij gemunt. Ik versnel mijn pas, ook al weet ik dat ik niet mag lopen. Liedjes zingen lukt niet meer. Ik schiet mij door de struiken de tuin in. De hond gaat nog even tekeer, maar volgt me niet meer. Ik ben nu op mijn territorium.

In de vooravond valt de elektriciteit uit. Op mijn terras springt een noodlichtje aan. De hitte vindt meteen een weg naar binnen. Gelukkig heeft mijn e-reader een lampje en kan ik de hele avond lezen. Op het moment dat ik wil gaan slapen, springen de lichten en airco terug aan. Ik zie op dat moment mensen het terrein op wandelen. Thongbai en Larry hebben aan de poetsvrouw gevraagd om hier te komen slapen. In haar kielzog twee kinderen en een kwispelende hond. Hij blijkt goede vriendjes met Mary Jane. Ik zie geen agressie in het beest, ook al lijkt hij verdacht veel op mijn aanvaller.

Als ik cornflakes, melk en oploskoffie klaarzet op de terrastafel, merk ik dat de bungalow naast mij al terug leeg is. Op het moment dat ik op Mary Jane wil roepen, kijk ik recht in de ogen van de andere hond. Hij ligt aan de rand van het zwembad. Van mijn zwembad. Tijdens mijn ontbijt blijf ik hem aankijken. Hij geeft op en loopt samen met Mary Jane het terrein af.

De idylle is over. De dag is nog lang en ik durf niet van het terrein. Ik moet hier weg. Halsoverkop begin ik een hotel dichterbij het strand en de restaurantjes te zoeken. Ik wil hier niet weg. Ik verzet mijn gedachten door een paar baantjes te zwemmen. Na duizend van mijn overwegingen arriveren Larry en Thongbai. Er is terug leven in de brouwerij. Ze hebben in Hua Hin een neef van Larry opgehaald. We gaan samen boodschappen doen en ik word uitgenodigd voor het avondeten. Intussen zijn er ook nog andere gasten gearriveerd. Ik herwin mijn goed gevoel en beslis om hier te blijven. Mijn koelkast zit goed vol. Ik sluit me op in het paradijs.

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Bang Saphan Yai»

Bang Saphan Yai paradijs (20)

03 April 2019 | Zon, rijst en gelukskoekjes (2018-2019) | Thailand | Laatste Aanpassing 11 December 2019

  • Why Not Bar
  • Geen tralies aan mijn gevangenis

 

Plaats een Reactie

Anneleen @nonkel Antoine: was er in het Aards Paradijs ook geen Adam voorhanden om de honden van Eva weg te houden? Geplaatst op 26 Januari 2020
Antoine Fonck Geen paradijs zonder hond. In het Aards Paradijs en op de boot van Noach moest er voor elkeen plaats zijn. Geplaatst op 25 Januari 2020

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking