Reisverhaal «Semi-wild: over orang-oetans en de Annah Rais»

Maleisië, Singapore en Borneo 2017 | Maleisië | 6 Reacties 15 Juli 2017 - Laatste Aanpassing 27 November 2017

De kans dat ik ooit in de jungle oog in oog sta met een orang-oetan is klein. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat ik nog niet zoveel jungletochten op mijn conto heb, maar ook met het feit dat de orang-oetan sinds de jaren negentig een bedreigde diersoort is. De grootste bedreiging komt van de mens, die andere mensapen dus. De boomkap in deze regio is hallucinant. Palmolie-plantages palmen het diverse junglegroen in. Niet alleen op Borneo, ook op het schiereiland Maleisië en in Indonesië. De jungle krimpt zienderogen en de natuurlijke habitat van diverse diersoorten verdwijnt. De man van het woud, wat orang-oetan in het Indonesisch betekent, heeft niet veel woud meer over. 

De kans dat ik vandaag orang-oetans zie, is reëel. Ik ben onderweg naar het Semenggoh Wildlife Center, een halfuurtje rijden van Kuching. In dit opvangcentrum leven momenteel achtentwintig semi-wilde orang-oetans. Zij zijn gered nadat stropers hun moeders doodden en de kleintjes ontvoerden om te verkopen op de zwarte markt. Zij leven in een bosreservaat van meer dan zevenhonderd hectare. Ze worden tweemaal per dag gevoed zodat ze zich komen tonen aan het kijklustige publiek. Ik heb een georganiseerde trip geboekt om hier zeker op het juiste uur te arriveren. Hopelijk hebben ze vandaag grote honger!

De verzorgers leggen bergen fruit op een platform en maken een oerwoudgeluid dat moet klinken als 'komen eten'. Daarna moet je alleen nog geduld hebben. 's Ochtends heb je de grootste kans dat de orang-oetans op de voedersessie afkomen. Ze hebben dan een hele nacht geslapen en kunnen wel een ontbijtje smaken. Als de blaadjes ergens opvallend ritselen, gaan alle blikken in dezelfde richting. Door het loof schemert hun roodbruine vacht. Twee orang-oetans komen rustig aan geslingerd. Met armen zolang als hun benen. Van tak naar tak. De mensenmenigte probeert zich stil te houden, dat werd zo gevraagd, maar dat houdt hun enthousiasme niet tegen. Fototoestellen en smartphones klikken erop los. De orang-oetans letten niet al te veel op het schouwspel. Ze grissen vlug wat bananen en papaja's mee en klauteren terug hoog in de bomen.      

   

In colonne wandelen we naar de tweede voederplaats. Ik heb de uitleg niet gehoord wat je moet doen als een orang-oetan heel dicht bij je komt. Je bent hier immers niet in een zoo. Die kans is wel klein als je hier op de voedermomenten bent. Er is dan zodanig veel volk en weinig rust. Ook op de tweede stop komen twee orang-oetans tevoorschijn. Deze keer is er een kleintje bij. Ze zitten redelijk ver en zijn zo beweeglijk dat het zeer moeilijk is om ze scherp op foto te zetten. Toch hangen ze dicht genoeg om de pientere blik in hun ogen te ontwaren. 

  

Iedereen is zo gefocust op de orang-oetans dat je vergeet dat je hier heel wat andere dieren kan spotten. Ik had gehoopt dat onze gids iets meer betrokken was en met zijn geoefend oog wat beestjes ging zoeken. De waarheid is dat hij rustig een sigaretje rookt terwijl hij op onze terugkomst wacht. Ik had deze georganiseerde tour nodig om hier op tijd te geraken voor de voedertijd. Het nadeel van zo'n tour is dat je bezoek georkestreerd is, naar punt één, twee en dan weer terug. Natuurlijk... was ik hier helemaal alleen gearriveerd, op een rustig moment, dan durfde ik misschien niet eens alleen rond te trekken op de paden. Waarschijnlijk had ik dan beter geluisterd naar wat ik moest doen als ik oog in oog kwam te staan met het dominante mannetje Ritchie. 

  

***

Ik geniet van de slingerende wegen langs de prachtige kalksteenrotsen, door een landschap van groene heuvels en ja, ook langs palmolie-plantages. We zijn onderweg naar het Bidayuh Longhouse van de Annah Rais in Padawan. De Bidayuh is een verzamelnaam voor de inheemse volkeren die in de jungle in het zuiden van Sarawak wonen. Annah Rais is een van de oudste Bidayuh Longhouses. Dat ze ooit koppensnellers waren, hoort tot hun wilde verleden. 

 

Onze gids Ben is een jongen van de jungle. Hij is in een longhouse opgegroeid en neemt ons mee naar het verleden en heden van de Bidayuh. In een longhouse, dat altijd aan een rivier ligt, leeft een hele gemeenschap. Vroeger kwam men binnen via een paal, nu zijn er houten trappen. Gelukkig maar. Ik heb zo'n paaltrap uitgeprobeerd en het is best wel een evenwichtsoefening. Er zijn in een longhouse gemeenschappelijke ruimten voor bijeenkomsten en ceremonies, maar ook aparte gezinsruimten. Onder de bamboe vloeren, in de drassige rivieroevers, leven varkens en kippen. Terwijl ze lekker aandikken, verwerken ze afval en ongedierte. De kippen pikken maar al te graag een schorpioentje mee.

Tussen de bamboe en golfplaten ontdek ik schotelantennes en bakstenen. De moderniteit is hier duidelijk ingetreden. Onze gids vindt dit een logische evolutie. Waarom zou je verrotte houten huizen niet vervangen door stenen woningen met degelijke ramen en airconditioning? De jeugd gaat in de steden werken en brengt alle nodige technologische snufjes voor hun ouders mee. Een groot contrast met hoe ze vroeger leefden. Dan was de jungle de hoofdleverancier. Fruit, kruiden, bamboe... en nog zoveel meer. Niet alleen om te eten, ook om mee te bouwen, te koken, te genezen. Ben glundert als hij ons kennis laat maken met de zelfvoorzienigheid van de junglemensen. Hij vertelt over de zoektocht naar eetbare gewassen, het samenleven met beestjes waar wij van gruwelen en over de traditionele geneeskunde. Ik sidder bij de gedachte dat ik hier zou geboren zijn. Alhoewel, dan was ik nu zo geen broekschijter geweest. 

 

Vandaag leeft men hier hoofdzakelijk van landbouw en visserij. Ze verbouwen rijst, cacao en peper. Peper die ze hier zelf niet gebruiken... ze maken hun eten met junglekruiden pittig. Het kostbare goedje verpatsen ze liever naar het buitenland. Dat brengt meer op. Op sommige huizen hangt een bordje 'homestay'. Toeristen kunnen hier een paar dagen komen meewerken, de jungle verkennen of de inheemse cultuur leren kennen. Ik ben aangenaam verrast over dit bezoek. Hier wandel je op een rustige manier door een dorp zonder dat je het gevoel hebt dat je in een mensenzoo rondloopt. Ze zijn hier hun wilde jungleharen kwijt. Toch proef je van de geschiedenis en ervaar je op een ongedwongen manier hoe het hedendaagse leven in een longhouse eruitziet.



Zin om een goed doel te steunen?

Je kan een orang-oetan adopteren via http://www.monkeybusiness.nl

Bij WWF kan je een tijger, panda, dolfijn of gorilla adopteren https://wwf.be/nl/doe-een-gift/

Praktische informatie

- Semmenggoh Wildlife Center + Annah Rais Longhouse, €30 - Oo Haa Tours & Travel, 40 Jalan Main Bazaar, ingang Jalan Bishopgate, http://www.gomalaysiatour.com

- Website WWF: huidige status van de orang-oetan = ernstig bedreigd, https://wwf.be/nl/dieren/orang-oetan/

 

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Anneleen Geen nood, moeke, ik ben nog altijd een broekschijter in hart en nieren hoor! Geplaatst op 30 April 2018
Lut.fonck Zo een orang-oetan best niet tegen het lijf lopen. In groep geeft dit toch een zekere geruststelling. Gelukkig is hij geen vleeseter. Geplaatst op 30 April 2018
Anneleen Bedankt Sylvia! Op naar de volgende apensoort! Geplaatst op 28 November 2017
Sylvia De Ridder Alweer een mooi verhaal. Ben benieuwd naar je verdere avonturen en ontdekkingen. Geplaatst op 27 November 2017
Anneleen @Cathy: mag iets minder dominant hoor! Geplaatst op 27 November 2017
Cathy Heb je Ritchie nou in de ogen gekeken of is dat nog steeds een wensdroom? Geplaatst op 27 November 2017

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking