Reisverhaal «Voorbij de taalbarrière in Turijn»

De hopelijk misschien naar Parijs en Italië-reis | Italië | 4 Reacties 29 Juli 2021 - Laatste Aanpassing 08 Januari 2022

In Italia si parla Italiano. Het zinnetje flitst in mijn hoofd als een oude koe die uit de sloot gehaald wordt. Zo een twintig jaar geleden was ik samen met een vriendin voor het eerst in Italië. Met geen woord Italiaans op zak en nog weinig kennis van de Italiaanse keuken probeerden we in het Engels te achterhalen wat er op de menukaart stond. De ober verwelkomde ons met het zinnetje dat ik nu als een onheilsspreuk herhaal. In Italia si parla Italiano. Dat verstonden we natuurlijk wel en we bestelden met het hoofd gebogen en zonder nog op de kaart te kijken een simpele pizza margherita. Zelfs de diepvriespizza die ik toen als student gewoon was, smaakte beter.

Nooit eerder maakte ik mij bij aankomst in een land zorgen over de taal. Niet in landen waar men het verwacht zoals Spanje en Mexico. En al zeker niet in Azië. Daar vinden ze je al een taalgenie als je goeiedag en dankjewel kan zeggen. Nu ik voet aan wal zet in Turijn, voel ik mij hulpeloos en onervaren.Wat als mijn mobiel internet het niet doet en ik de weg in het Italiaans moet vragen? De lange coronabreak en de onverwachte onderbreking van de tgv-reis zitten er vast en zeker voor iets tussen. Ik ben mentaal nog niet voorbereid op reisperikelen. Gelukkig laat Google Maps mij niet in de steek.

Aan de hotelreceptie spreekt het jonge meisje mij in zo vloeiend Engels aan dat mijn eerste bekommernis wegkruipt naar waar ze hoort. Ver opgeborgen in het verleden. Het lijkt de drempel die ik over moest om de reiziger in mij terug tot leven te wekken. Ik start in het grootse Museo Egizio met een uitgebreide collectie Egyptische kunst. Zoals je na een streng dieet gulzig een berg koekjes en een zak chips na elkaar opeet, zo bezoek ik gretig na twee jaar reisdieet het ene museum na het andere. In het GAM, Galleria d’Arte Moderna, geniet ik van Chagall, Warhol en Klee en leer tussen de vele Italiaanse kunstenaars vooral de werken van Filippo De Pisis en de stillevens van Giorgio Morandi appreciëren. In het MAO, Museo d’Arte Orientale, hoef ik mijn liefde voor het Oosten niet te bedwingen, maar op de zoveelste verdieping van het zoveelste museum dreigt een overdosis. Wanneer ik terug buiten sta, regent het niet meer en lichten de bakstenen van de gebouwen een beetje op in het voorzichtige zonnetje. Het is tijd voor mijn eerste gelato.

 

Het gaat er in de tweede grootste stad van Noord-Italië gemoedelijk aan toe en het valt me op dat iedereen moeite doet om Engels te spreken. Zonder uitgestippeld plan loop ik straat in en uit, zonder enige notie van de geschiedenis van de stad. Terwijl ik geniet van al dat architecturale schoons, voel ik niet meteen de drang om elke chiesapiazza of palazzo te bezoeken. Zelfs de namen laat ik aan mij voorbijgaan. Een groot contrast met de tempelfreak die ik in Azië ben. Het stukwerk, de balkonnetjes en luifels maken elk gebouw in de huizenrij de moeite waard om naar boven te kijken. De imposante booggalerijen die de stoep van de grote straten overdekken, blijken multifunctioneel. Af en toe beschermen ze bij een plotse bui. Of ze geven schaduw bij felle zon. Na het wisselvallige Parijse weer kan ik elke zonnestraal gebruiken en loop zo veel mogelijk naast de galerijen.

Wanneer de volgende dag de zon al vroeg in de ochtend schijnt, ben ik niet meer tegen te houden. De wijk Lingotto ligt op een vijftal kilometer van de binnenstad. Het was ooit het centrum voor de Fiat-fabrieken, nu blijkt het een hippe buurt. In plaats van het openbaar vervoer te nemen, stippel ik een wandelroute uit langs de Po. Ik vertrek met een stevige tred in het Parco del Valentino tussen de joggers, treuzelende hondenuitlaters en al even trage toeristen. Mijn einddoel is de Pinacoteca Agnelli waar een aantal kunstwerken uit de privécollectie van Fiat-baas Gianni en echtgenote Marella Agnelli te zien zijn. Voor ik me terug op de kunst stort, geniet ik van de kilometerslange wandeling langs de rivier. Het is zo warm dat ik de tocht al zwemmend wil afleggen.

Het industriële karakter van de wijk valt niet meteen op als ik de Po links laat liggen en over een volkse markt wandel waar ik niet kan weerstaan aan de kersen die liggen te blinken in de zon. Daarna is het even zoeken naar de ingang van de Lingotto-site. De voormalige fabriek werdontworpen door Giacomo Matté Trucco en is vooral gekend van het testcircuit op het dak van de fabriek. In 1982 werd de fabriek gesloten en reed de laatste Fiat over het circuit. De Italiaanse architect Renzo Piano kreeg de eer om dit gebouw een nieuwe functie te geven. Het opzet is geslaagd. Dat mag ook wel na zeven jaar verbouwingen. De grote, blauwe bol op het dak van de fabriek, waarvan ik eerst denk dat het de koepel van een moskee is, is al van ver zichtbaar en gebruik ik als oriëntatiepunt.

In het Lingotto-gebouw, dat nu een winkel- en bedrijvencomplex is, volgt een nieuwe zoektocht. Deze keernaar de ingang van het museum. Uiteindelijk bemachtig ik een ticketje voor deScrignoof schatkist met werken van Matisse, Modigliani en Picasso en voor de tijdelijke tentoonstelling van Le Corbusier. De kunstwerken ontgoochelen niet. Het is wel frustrerend dat ik de blauwe koepel, die een bolvormige vergaderruimte van staal en glas blijkt te zijn, niet van dichtbij kan zien. Ook de testbaan is niet voor het publiek toegankelijk. Het kan ook zijn dat ik de entree niet gezien heb. Na mijn lange wandeling heb ik niet veel zin meer om op zoek te gaan.

Eataly - komt in 2023 naar Brussel 

Aan de overkant van de Lingotto-site wandel ik Eataly binnen. Het is een risico om de warenhuisketen boordevol Italiaanse delicatessen met een lege maag te betreden. Kijken mag, aankomen iets minder in coronatijden. Ik moet me inhouden. De mooie verpakkingen zijn een constante verleiding. Het lijkt een droom om hier boodschappen te doen. Het schokeffect komt hoogstwaarschijnlijk bij de afrekening. Ik troost mij met een plaatsje op het overvolle terras en geniet van een lichte lunch met gegrilde octopus en een fris glas witte wijn. Eentje, de terugtocht langs de andere kant van de Po is nog lang. Deze keer is mijn richtingwijzer de Mole Antonelliana die zoals de Eiffeltoren overal in het stadsbeeld opduikt. Ik eindig mijn tocht op de Piazza Vittorio Veneto waar de drukke verkeersader bijna leegloopt en de terrassen zich stilletjes aan klaarmaken voor de aperitivo.

Veel fervente Italiëreizigers zijn nog niet in Turijn geweest. Ze hebben ongelijk. Ik zou hier met plezier nog een aantal dagen willen aanbreien. Niet alleen voor wat er te zien is, ook voor de gastvrijheid. Ik ben onder de indruk wanneer de behulpzaamheid in het Engels groot blijft als ik mij ook aan de meest ingewikkelde ingrediënten op de menukaart waag. Ze hebben hier de test doorstaan. Het beeld van de hardleerse Italiaan is na mijn paar dagen in Turijn voorgoed opgeborgen. Ik kan met een gerust hart verder reizen naar Verona.

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Torino»

Kunst en cultuur in Turijn (108)

29 Juli 2021 | De hopelijk misschien naar Parijs en Italië-reis | Italië | Laatste Aanpassing 20 September 2021

  • Clean
  • Piadine met gegrilde groenten

 

Plaats een Reactie

Anneleen Inderdaad, nonkel Antoine, zo betrap je mij meteen op een leugen of op literaire vrijheid. Ik was de eerste keer samen met jullie in Firenze, Lucca, Pisa... Ik ben het niet vergeten hoor, maar denk dat ik mij dan vooral bezighield met kijken naar Nederlandse jongens :-) Geplaatst op 26 September 2021
Antoine Wonderful. Je doet mij verlangen naar volgend jaar en naar een zomer die weer is zoals vroeger. Wij waren al enkele keren in Italië. Ik herinner me dat jij er dan ook eens bij was. Maar dat is eeuwen geleden ... Geplaatst op 23 September 2021
Anneleen @Felix: het heeft deugd gedaan! Geplaatst op 23 September 2021
Felix Goed om je terug op avontuur te zien gaan! Geplaatst op 22 September 2021

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking