Reisverhaal «Ladakh is geen India»
Little Tibet 2014
|
Indië
|
2 Reacties
23 Juli 2014
-
Laatste Aanpassing 24 Juli 2014
"Jullay", zingen we in koor als een voorbijganger ons passeert. "Jullay", echoot het terug. In Ladakh spreekt men geen Hindi, maar Ladakhi. Dus hier geen namasté, maar wel het opgewekte jullay. Niet alleen om te groeten, ook om te bedanken en het liefst een aantal keer na elkaar.
Deze noordelijke regio is zo afgesneden van de rest van India, de cultuur, en ook de fysiek van de mensen, leunt zo dicht aan bij Tibet dat je je eerder in dat land waant. Cultureel en etnisch wordt Ladakh dan ook vaak tot Tibet gerekend. Het is verbazend hoe de Ladakhi en Tibetaanse vluchtelingen als één volk vreedzaam in elkaar lijken op te gaan.
Little Tibet.
In vergelijking met de rest van India is Ladakh een "rijke" regio. De Ladakhi hebben het redelijk goed. Je ziet mooie huizen, met prachtige houten ornamenten, een groenten- en bloementuintje voor de deur. Ook het nomadenbestaan in de bergen leeft nog sterk. Ze leven van de natuur, van het hoeden van geiten en yaks. Onderweg zagen we veel straatarbeiders. Deze gastarbeiders komen uit andere regio's van India, ook de weinige bedelaars die je hier ziet zijn geen Ladakhi.
De Ladakhi zijn boeddhistisch. De gebedsvlaggetjes wapperen boven de straten, gebedsmolens op elke hoek. Zo zenden ze hun gebeden met de wind mee, ook als ze zelf geen tijd hebben om te bidden. Oude en nieuwe stoepa's duiken overal op. Natuurlijk is er in Leh ook een moslimgemeenschap, inwijkelingen uit de nabijgelegen regio Kashmir, daar getuigen de twee moskeeën in de hoofdstraat van en ook de onvermijdelijke oproep tot het rituele gebed van de muezzin. En dat in het land van de gompa's.
"Altijd goed je wisselgeld checken", waarschuwt een monnik in het klooster van Shey ons wanneer hij ons een ticket afrekent. We kijken verbaasd. "Niet in de kloosters, natuurlijk", verduidelijkt hij, "wel in de winkels, zeker als het Kashmiri zijn, let goed op, ze hebben een grote neus." We zijn al iets minder verbaasd. Het is de tweede keer op rij dat een Ladakhi ons waarschuwt voor de bedrieglijke praktijken van de Kashmiri. Hebben die ozo vriendelijke mensen toch enige vooroordelen?
We schuimen de winkeltjes in Leh af, en merken alleen maar vriendelijkheid op, en weinig opdringerigheid. Bij het binnen gaan van de winkel blijven de verkopers even vriendelijk als bij het buiten gaan. Ook als je niets koopt. En dat zet aan tot kopen. Na een paar weken groeten we de helft van de middenstanders. Ofwel hebben we er iets gekocht, ofwel hebben we beloofd om terug te komen, ofwel kennen ze ons gewoon van onze dagelijkse passage door de straten van Leh. Jullay.
"Hij heeft een grote neus", zucht ik. De monnik heeft onze positieve blik op de mensen een beetje vertroebeld. Vooraleer ik de koopwaar bewonder, dwaalt mijn blik eerst af naar de neus van de verkoper. Onze algehele ervaring is toch dat je hier niet echt bedrogen wordt. We nemen tweemaal per dag de taxi. Het bedrag vragen hoeft al niet meer. Elke keer zijn het dezelfde 150 roepie. We worden altijd mooi voor de deur van ons guesthouse afgezet, ook al weten ze Deskit Villa vaak niet zijn. De meeste taxichauffeurs doen als ware gentlemen de taxideur voor ons open. In de restaurants komen de obers altijd nieuwsgierig vragen vanwaar we zijn, ook al zitten hier elke dag honderd andere toeristen.
Bovenal, in Ladakh kan je ongehinderd, zonder opdringerigheid en zonder gapende blikken, genieten van de gemoedelijke sfeer en de vriendelijkheid van de mensen.