Reisverhaal «Siquijor, spookeiland of droomeiland?»
Filipijnen 2010
|
Filipijnen
|
0 Reacties
23 Juli 2010
-
Laatste Aanpassing 18 November 2014
In drie kwartier brengt de Delta
Fast Ferry ons naar Siquijor, de hoofdstad van het eiland met dezelfde naam.
Siquijor is de op twee na kleinste provincie van de Filipijnen en heeft een
aantal dingen niet, zoals een luchthaven. Je bereikt het eiland dan ook het
snelst vanuit het gezellige universiteitsstadje Dumaguete. Je raakt hier ook
vanaf de eilanden Bohol en Cebu, maar dan doe je er veel langer over. Als we via
de pier aan land stappen, omsingelen verschillende chauffeurs ons. Als enige
toeristen zijn we nu eenmaal een aantrekkelijke prooi. Iedereen vangt bot, want
ons guesthouse Hambilica Seaview heeft al een chauffeur gestuurd.
In de tropische tuin van ons
pension spotten we een paar vuurvliegjes. De Spanjaarden zagen in de zestiende
eeuw het eiland in vuur en vlam staan door de gloed van deze beestjes. Isla del
Fuego of Vuureiland vonden ze een gepaste naam. De Filipino’s associëren dit
eiland dan weer met hekserij, voodoo en andere bovennatuurlijke krachten. Ze
willen zelfs niet overnachten op het eiland. Het toerisme kwam door deze
praktijken traag op gang. Vandaag de dag valt er niet veel meer van te merken. Healers
zijn er nog wel, maar voor mij werkt de wondermooie omgeving op zich al helend.
Of speelt een cocktail met de plaatselijke rum daar een rol in?
Op Siquijor is er niets te
bezichtigen en valt er niets te beleven. En dat maakt dit eiland nu juist zo
aantrekkelijk. De meest sensationele activiteit is letterlijk een rondje
eiland. Langs de hoofdweg lukt dit in nog geen honderd kilometer. We huren een tricycle
– een motor met zijspan – voor een dag. Elysio rijdt met ons rond en zal op de
belangrijkste plaatsen stoppen. We houden halt aan de oudste boom van het
eiland. Belangrijk moet je dus wel met een korreltje zout nemen. Men gelooft
dat in deze vijgenboom geesten en elfen wonen. Het spookachtig effect is
werkelijk aanwezig. Dit wordt veroorzaakt door de zon die door de takken valt
en door de lange luchtwortels, niet door de bovennatuurlijke bewoners van de
boom.
De St. Isidore Church in Lazi
en haar bijhorend klooster is de eerste echte bezienswaardigheid op onze route.
De kerk is gesloten, het klooster niet. Op de benedenverdieping huist een
katholiek centrum. De agenda hangt op een groot bord aan de muur. Op de
planning staan vooral begrafenissen en huwelijken. Langs een majestueuze trap
gaan we naar de bovenverdieping. Boven krioelt het van de Maria- en
Christusiconen, die hier wonderwel passen. Het grote schoolbord met
krijtaantekeningen doet vermoeden dat het plaatselijke schooltje ook gebruik
maakt van deze zaal. In een apart zaaltje schuilt een museum. Een dame achter
een tafeltje heet ons welkom. We vragen ons af hoeveel toeristen ze hier
vandaag of zelfs deze week al gezien heeft. Uit beleefdheid gaan we niet te
snel rond. Het zijn vooral de houten vloeren en de welfbogen die van dit oude
klooster een pareltje maken.
De route rond het eiland langs
de kust is idyllisch, maar bij de Cambugahay Falls belanden we pas echt in een
plaatje. Vanaf de weg ben je een trap verwijderd van een palmgroen paradijs.
Het azuurblauwe water is een cliché dat hier werkelijkheid is. De watervallen
creëren poelen die ideaal zijn om in te zwemmen. De plaatselijke jeugd showt
graag zijn kunstjes. Over de glibberige stenen wandelen we tot de laatste poel
en wurmen ons achter een geïmproviseerde paravent in onze bikini’s. Tussen de
palm-, bananen- en andere bomen genieten we van het frisse, klaterende water. We
kunnen hier niet eeuwig blijven en zetten onze tocht rond het eiland verder.
In het dorpje Maria botsen we
op een gezellige, overdekte marktplaats. Omdat het al bijna middag is, is de
meeste bedrijvigheid afgelopen. Enkele oudere dames proberen nog hun laatste
waren te verkopen. We kopen een paar mango’s voor bij de lunch en spotten het
tot nu toe enige souvenirwinkeltje van het eiland. We kopen veel houten
sleutelhangertjes en oorbelletjes van schelp in alle mogelijke kleuren. Een
toeristenhand is snel gevuld.
Het toegangspad tot Salagdoong
Beach ligt in de schaduw van grote loofbomen. Door de geur van het groen waan
je je even in een Vlaams bos. Dat het hier toeristisch is, zie je niet aan het
aantal vakantiegangers, wel aan de accommodatie. Het strand ligt in een kleine
baai, op de rots tussen de twee stukjes strand staat een glijbaan waarvan je
recht de zee kan inglijden. De ratten die er hun leven leiden, proberen we
eventjes te vergeten. Aan de picknicktafels moet je honderd pesos betalen om te
zitten, dus installeren we ons met onze mango’s op het strand. We zwemmen,
plonzen, zonnen.
Aan het kerkje van Siquijor
City is er leven. De schoolkinderen spelen volleybal op het aanpalende
graspleintje. Zou dit de les lichamelijke opvoeding zijn? Ze kijken geïnteresseerd
naar ons, maar zijn te verlegen om iets te vragen. Glimlachen en vlug
wegkijken. Wij lachen terug en zwaaien vriendelijk. In deze kerk kunnen we ook
niet binnen, dus wandelen we er rond langs opeenvolgende kapelletjes. Van de
overdosis Mariabeelden krijg ik een instant Lourdesgevoel.
Onze laatste stop is San Juan.
De bezienswaardigheid is een zwembad in een natuurlijke bron. Enkele jongetjes
in zwembroek lonken en wuiven al enthousiast naar ons. We zijn niet van plan in
bikini te verbroederen met deze Filipinopubers. We keren terug naar onze
guesthouse waar we wel nog een plons in de zee wagen. Morgen kiezen we voor een
dagje strand aan het luxueuze Coco Grove Beach Resort dat op wandelafstand van
ons logeeradresje ligt. Hier mogen we genieten van het strand, ligstoelen en
palmbomen, gratis, als we maar af en toe een drankje bestellen. En daar hebben
wij absoluut geen probleem mee.
Rond zeven uur ’s avonds valt
de duisternis als een blok over het eiland. Er is geen straatverlichting en
amper verkeer op de weg. Dichtbij knisperen duizenden insecten, sissen
hagedissen en schreeuwen gekko’s. In de verte dreunen oude hits uit een
karaokebar. Wij kruipen vroeg in bed.
Verschenen in Wegwijzer, Filipijnen, december 2011