Reisverhaal «De lokroep van de natuur»
Schrijven en reizen onder mijn wolken
|
België
|
10 Reacties
12 Februari 2017
-
Laatste Aanpassing 12 Februari 2017
Een efficiënte reisroute vind ik een must. Of ik nu een korte trip maak of langer op een of ander werelddeel ronddwaal. Ik moet er zoveel mogelijk uithalen. Het zijn kernreacties in mijn hersenen die ongevraagd exploderen en uitstralen naar al mijn ledematen. Mijn vingers beginnen te jeuken om het droge excel-bestand tot leven te wekken. Ik knip en plak weblinks naar opmerkelijke stadswandelingen, nieuwe musea of charmante hotelletjes. De post-its in mijn reisboeken vermenigvuldigen zich. In relaxte zetelpositie vertoef ik in mijn reiscocon.
Tot ik bots.
Op torenhoge prijzen in Singapore en afgeleefde resorts op de Perhentian eilanden. Op de meldingen 'uitverkocht' en 'in deze periode liggen de prijzen aanzienlijk hoger'. Ik ga rechtop zitten en tik als een bezetene andere logies in. Met hetzelfde resultaat. Alarmfase 3 wordt afgekondigd. Het prettige gevoel van de explosies is weg, na uren surfen knalt er een atoombom in mijn schedelpan. Op het moment dat ik op Borneo ben, vindt de twintigste editie van het Rainforest World Music Festival plaats. Ik zal er alvast niet alleen zijn.
De weerbots.
Waar zat ik met mijn gedachten op het moment dat ik mijn binnenvlucht naar Borneo boekte? De lokroep van de natuur bedwelmde het stadsmeisje. Was het de aandoenlijke snoet van de orang oetan op de Lonely Planet die me verleidde? De Jane in mij slingerde aan lianen door het regenwoudloof en plukte een boeket wilde orchideeën. Nu doemen alleen beelden van harige vogelspinnen en glibberige slangen op. Geen Tarzan te bespeuren om mij te redden.
Ik bedenk een vluchtscenario. Het stadje Kuching kan als uitvalsbasis dienen voor een aantal daguitstappen. Dan kan ik van de natuur nippen en 's avonds terug tussen de stenen vertoeven. Reis ik daarvoor naar Borneo? Ik bots op een muur van remmingen en angsten. Misschien is het moment aangebroken om een groot meisje te worden. Ik verzamel al mijn moed.
Vele Google-sessies en VISA-betalingen later heb ik mij overgegeven aan de natuur. Op het eiland Santubong logeer ik twee nachten in een treehouse. Nee, niet in een hut, wel in een chalet in de bomen. Dan zal ik me opladen in het stadje om daarna een nachtje te logeren in de forest lodge van het Bako Nationaal Park. Als ik niet genoeg kan krijgen van de apen, bezoek ik ook het Semenggoh orang-oetan rehabilitatiecentrum. Na tien jaar reizen wordt dit mijn eerste echte wildlife-experience.
Ik lig er nu niet wakker van. Eerst wachten de straatstenen van Rome en Tokyo nog op mij. In het slechtste geval blijf ik op veilig terrein en waag me niet verder dan vogels spotten. In het beste geval knakt er iets in het stadsmeisje en wordt mijn middle name fauna en flora. Wat ik alvast weet, is dat ik met mijn avontuurtje in de natuur mijn lezers zal trakteren op enkele hilarische verhalen.